2. Ons Onderwijs

2.1  Inclusief onderwijs

SBO De Reestoeverschool in Meppel biedt inclusief onderwijs door maatwerk te leveren aan leerlingen met diverse ondersteuningsbehoeften. Elke leerling krijgt een individueel leerarrangement, gebaseerd op een Ontwikkelingsperspectief (OPP), dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en toekomstperspectief . De school is onderdeel van het Onderwijsexpertisecentrum in Meppel, dat samenwerkt met de Mackayschool (SO/VSO) en andere partners om een geïntegreerd onderwijs-zorgaanbod te realiseren voor kinderen van 4 tot 20 jaar . Door deze samenwerking en het inzetten van gespecialiseerde expertise streeft De Reestoeverschool ernaar om voor ieder kind een passende leeromgeving te creëren, waarin het zich optimaal kan ontwikkelen.

2.2  Aanbod

Een kind ontwikkelt zich en dit kan beïnvloed worden. Wij willen de ontwikkeling actief stimuleren en nemen géén afwachtende houding aan.

Om een ononderbroken ontwikkelingsproces mogelijk te maken houden we rekening met de ervaringen die de leerling op de vorige school heeft opgedaan. Het vaststellen van de beginsituatie is dan ook belangrijk.

De mogelijkheid bestaat om, waar de school dit wenselijk of noodzakelijk acht, leerlingen tussentijds van de ene groep naar de andere over te plaatsen.

Een eventuele terugplaatsing naar het reguliere basisonderwijs zal goed overwogen worden in goed overleg met de betreffende ouders/verzorgers.

Binnen ons onderwijs besteden wij aandacht aan de:

a. sociaal emotionele ontwikkeling

b. zintuiglijke- en motorische ontwikkeling

c. creatieve ontwikkeling

d. cognitieve ontwikkeling

Deze doelen zijn nauw met elkaar verbonden en worden via de inhouden van de leerstof praktisch uitgewerkt

2.2.1 Vakken

    Op de Reestoeverschool bieden wij een breed en samenhangend onderwijsaanbod dat aansluit bij de ontwikkeling en interesses van ieder kind. De kernvakken taal, rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen, vormen de basis van ons lesprogramma. Daarnaast besteden we aandacht aan engels, schrijven, kunstzinnige oriëntatie en wereldoriëntatie, zodat kinderen zich creatief en breed kunnen ontwikkelen. Bewegingsonderwijs en sport zijn belangrijke pijlers voor een gezonde leefstijl. Tot slot vinden wij de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen essentieel: we werken actief aan een veilig en positief klimaat waarin ieder kind zich gezien en gewaardeerd voelt.

    2.2.2 Sociaal emotionele ontwikkeling

    Voor de leerkrachten betekent dat een positieve, stimulerende en structurerende houding.

      Wij gebruiken de methode 'PAD' (Programma Alternatieve Denkstrategieën) om bovenstaande doelstellingen op een plezierige wijze inhoud te geven. Bij de methode PAD wordt de kinderen gereedschap aangereikt om op een goede manier met hun emoties te leren omgaan.

      Het is belangrijk dat kinderen eerst emoties leren herkennen en begrijpen om deze daarna op een acceptabele wijze te kunnen hanteren. Hiervoor worden verhalen, spelletjes, klassengesprekken en dergelijke gebruikt.

      Het PAD-leerplan is verdeeld in vijf categorieën:

      1. Vaststellen en begrijpen van gevoelens
      1. Gevoel van eigenwaarde vergroten
      1. Zelfcontrole bevorderen
      1. Eigen problemen oplossen
      1. Leren omgaan met leeftijdsgenoten

      Als ouders ontvangt u een informatieboekje over PAD. Met dit boekje willen wij informatie geven over:

      1. De doelstellingen van het PAD leerplan.
      1. Hoe u thuis uw kind kunt helpen bij het oefenen en onder de knie krijgen van de vaardigheden die tijdens PAD geleerd worden.

      Onze schoolafspraken zijn:

      • Wees aardig voor elkaar.
      • Let op je woorden.
      • Samen delen, samen spelen.
      • Zorg goed voor de spullen van jezelf en een ander
      • Houd de school netjes

      2.2.3 Zintuigelijke en motorische ontwikkeling

      De zintuiglijke en motorische ontwikkeling vormt een heel belangrijk element in de totstandkoming van vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen. Vooral in de lagere groepen hebben veel activiteiten betrekking op de ontwikkeling van bovengenoemde functies.

      Aan de motorische ontwikkeling wordt binnen onze school veel aandacht besteed. De fijne motoriek wordt bevorderd voor het schrijven, de handvaardigheid, het kunnen omgaan met materiaal, enz. Voor leerlingen, die hierbij problemen ervaren is er extra ondersteuning mogelijk van een ergotherapeut. De grove motoriek is belangrijk voor de ruimtelijke oriëntatie (het zich vrij durven bewegen in een ruimte) en het ontwikkelen van het plezier in bewegen.

      Daarom wordt er aan bewegingsonderwijs: gymnastiek en zwemmen (groep 3 t/m groep 8) aandacht besteed. Indien noodzakelijk zal gezocht worden naar specifieke ondersteuning.

      We nemen deel aan ‘Special Heroes’. In het kort gezegd heeft deze stichting als doel zoveel mogelijk kinderen in het SO en SBO aan het sporten te krijgen binnen een sportvereniging.

      Dit begint door de sportverenigingen de school in te halen (tijdens een aantal gym-uren). Daarna worden er o.l.v. de vakleerkracht verdere stappen ondernomen.

      2.2.4 Cognitieve ontwikkeling

        Dit heeft betrekking op het verwerven en toepassen van kennis. De kennis die hier bedoeld wordt betreft vooral de 'schoolse' kennis, zoals: lezen en taal, schrijven, rekenen, wereldoriëntatie. Op al deze terreinen willen wij de leerlingen zover mogelijk brengen. Vanaf het moment dat uw kind op school komt wordt er gekeken op welk gebied de leerling qua (ontwikkelings)niveau zit. Vanuit daar wordt gekeken hoe we de methode (zelfde als regulier) kunnen laten aansluiten op dit niveau. Wij passen als school de lesstof hierop aan.

        Eind groep 4 worden de leerlingen in verschillende leerroutes geplaatst voor de hoofdvakgebieden lezen, spelling en rekenen. In ons leerlingvolgsysteem worden de leerroutes in werkplannen vastgelegd en 2 keer per jaar worden deze plannen geëvalueerd en bijgesteld waar nodig. Zo blijft een leerroute dus niet vast staan maak kijken we echt naar de mogelijkheden van de leerlingen.

        Afhankelijk van hun mogelijkheden wordt er dan ook een uitstroomperspectief opgesteld, dat jaarlijks wordt geëvalueerd en met ouders wordt besproken.

        Jaarlijks worden ouders betrokken bij deze ontwikkelingsperspectieven en wordt ook vastgelegd dat ouders instemmen met het aanbod aan hun kind.

        2.2.5 Zelfstandigheid & creativiteit

          Binnen de Reestoeverschool geven wij aandacht aan de ontwikkeling van de creativiteit, door de 'creatieve vakken': tekenen, muziek, handvaardigheid en dramatische expressie. Er wordt in de groepen 8 kookles en EHBO-lessen gegeven.

          In het kader van culturele vorming werken we met ‘Kunstmenu’, een programma van Cultuurklik Meppel. Hierbij komen kinderen op allerlei mogelijke manieren in aanraking met kunst en cultuur.

          Wij stimuleren ook de creativiteit op het gebied van het denken, wat niet gebonden is aan bepaalde vakken. Waar mogelijk proberen wij de kinderen te stimuleren tot zelfontwikkeling.

          Binnen Promes worden onze leerkrachten actief gestimuleerd om goed muziekonderwijs te geven door bijvoorbeeld het bespelen van een instrument of deel te nemen aan een cursus om een instrument te bespelen.

          2.2.6 Burgerschap

            Binnen elke school van Promes wordt er gestreefd naar het bijbrengen van de vaardigheden die nodig zijn voor een constructieve bijdrage aan onze samenleving. Kinderen worden gezien als toekomstige wereldburgers en om op een positieve vreedzame manier met anderen samen te leven, is het essentieel dat zij bekend zijn met en deelnemen aan de spelregels van de samenleving. Op onze school wordt het onderwijs in burgerschap op diverse manieren vormgegeven. In ons onderwijs verwerven leerlingen kennis over democratie, de rechtsstaat en fundamentele rechten. Door gebruik te maken van methoden zoals Blink Wereld, de gouden, zilveren en bronzen weken gedurende het schooljaar, PAD-lessen en Godsdienstig Vormingsonderwijs (GVO), ontwikkelen leerlingen maatschappelijke competenties.

            De multiculturele samenstelling van onze school fungeert als een kleine maatschappij waarin leerlingen de gelegenheid krijgen om te oefenen met de kernwaarden van burgerschap, zoals vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Leerkrachten begeleiden de leerlingen in hun groei naar zelfstandige, verdraagzame en verantwoordelijke individuen die zich als wereldburgers kunnen ontwikkelen. Dit ontwikkelingsproces wordt gemonitord aan de hand van leerling- en leerkrachtvragenlijsten met betrekking tot sociaal-emotionele vorming, zoals vastgesteld door Leerling in Beeld.

            Missie en Visie Promes

            In de missie geven we een antwoord op de vraag wat de Stichting Promes wil betekenen voor de kinderen die onze scholen bezoeken.
            Stichting Promes wil onze kinderen voorbereiden op een toekomst die nu nog onzeker is. Hun talenten zullen op onze scholen in brede zin ontwikkeld worden, zodat de kinderen de kennis en ervaring zullen krijgen om relaties aan te gaan en taken te kunnen uitvoeren die hen een volwaardig lid van de maatschappij zullen laten zijn.
            Dit alles onder het motto: Promes, een boeiende toekomst!

            Waarden en identiteit

            De waarden die wij hebben beschreven zijn de leidraad voor het gedrag van alle mensen en kinderen die binnen onze stichting werken en leren. Zij geven aan wie we zijn en hoe we door anderen herkend willen worden.

            2.3  Groepssamenstelling

            Op onze school worden de leerlingen op grond van hun leeftijd en/of basisschoolhistorie bij elkaar in een groep geplaatst.

            We hebben groepen van jaargroep 1 t/m 8, waarbij er afhankelijk van de leeftijdsopbouw en het aantal leerlingen per leeftijdsjaar soms combigroepen moeten worden gevormd.


            2.4  Toetsing

            Door middel van het leerlingvolgsysteem waarin toetsing, observaties en verslaglegging brengen wij de resultaten van het geboden onderwijs in beeld. Als school toetsen we m.b.v. de CITO toetsen voor speciale leerlingen en de door het CITO ontwikkelde ZML toetsen. Hierdoor zijn we in staat meer opbrengst gericht te werken. We volgen de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen met het leerlingvolgsysteem van Leerling in Beeld.

            Individuele resultaten van leerlingen worden vastgelegd in de OPP’s- en worden verwerkt in de groepsplannen, die de basis vormen voor het dagelijkse onderwijs.

            Schoolstandaard

            Standaarden zijn nodig om te kunnen vaststellen of leerlingen zich naar verwachting ontwikkelingen en welk arrangement zij nodig hebben. Het zijn richtpunten die wij als school voor ieder leerling en kernvak vaststellen. Wij maken schoolstandaarden voor de kernvakken; lezen, begrijpend lezen, reken en spelling en voor de uitstroom van leerlingen. Dit doen we door in het OPP vastgestelde leerroute te koppelen aan de specifieke Citotoetsen. Voor iedere leerling wordt dit individueel vastgesteld. Dit is nodig omdat, ondanks dat de leerlingen in dezelfde groep kunnen zitten, er grote verschillen (kunnen) zijn in leerjaar, leerroute en leertijd.

            Schoolstandaard kernvakken

            Wij stellen als standaard dat 80% van onze leerlingen zich op of boven de gestelde leerroute van het kernvak ontwikkelen. .

            Schoolstandaard uitstroom

            Tijdens de schoolperiode schaalt de school het onderwijs voor de betreffende leerlingen dusdanig in dat er sprake is van een onderwijsontwikkeling die passend is bij de mogelijkheden. Dit wordt vastgelegd in het OPP van de leerling. Het OPP geeft invulling aan de dagelijkse inhoud van het onderwijs aan de leerling met zijn (on)mogelijkheden.

            Naast het feit dat wij het onderwijs en de uitstroombestemming afstemmen op de (on)mogelijkheden, dus dat we rekening houden met handicaps en bij komende stoornissen en problematiek, moet er ook een vergelijking gemaakt worden met het IQ van de leerlingen.

            2.5  Uitstroom 


            Plaatsingswijzer

            Bij de kinderen vanaf de groepen zes wordt de zogenaamde Plaatsingswijzer met ouders en kinderen besproken. De Plaatsingswijzer geeft inzicht in de mate waarin de leerling zich volgens zijn perspectief ontwikkelt in relatie tot de uitstroombestemming, het type Voortgezet Onderwijs. De Plaatsingswijzer kan dus worden gezien als een (voorlopig) schooladvies op basis van de leerontwikkeling van dat moment.

            Het eindonderzoek

            De leerlingen die in de eindgroepen zitten, nemen deel aan het eindonderzoek. Het onderzoek omvat de volgende onderdelen:

            • Intelligentieonderzoek (m.u.v. leerlingen, die recent -1 jaar- zijn onderzocht).
            • Didactisch onderzoek naar het technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen.
            • Onderzoek naar het sociaal emotioneel functioneren d.m.v. vragenlijsten, ingevuld door de leerling en door de leerkracht.
            • Onderwijskundig rapport van de groepsleerkracht met betrekking tot de leervorderingen en het sociaal functioneren van de leerling, gedurende zijn/haar schoolloopbaan op de school.

            Er wordt n.a.v. bovenstaande een advies opgesteld, dat in een eindgesprek met de ouders wordt besproken.

            Doel van het onderzoek

            Om voor plaatsing in het Praktijkonderwijs (PO) en het VMBO (LWOO) of een andere vorm van Voortgezet Speciaal Onderwijs in aanmerking te komen moet een beschikking aangevraagd worden door de school voor voortgezet onderwijs. De school van herkomst levert een onderwijskundig rapport aan.

            Informatie naar de ouders
            Aan het begin van het schooljaar wordt er een informatieavond georganiseerd waarbij de leerkrachten informatie geven over de procedure. Ouders worden geïnformeerd wanneer het onderzoek plaats vindt. De ouders krijgen later in het jaar een uitnodiging voor een gesprek, waarbij zij de resultaten van het eindonderzoek en het advies van de school naar het Voortgezet Onderwijs uitgelegd krijgen. Na de eindgesprekken ontvangen de ouders een kopie van het eindonderzoek.

            In onze regio worden door het voortgezet onderwijs 'open dagen' gehouden. Ouders kunnen zich daardoor oriënteren op de verschillende vormen van VO.

            Contacten met het voortgezet onderwijs
            Naast informatieoverdracht via het onderwijskundig rapport worden leerlingen in een persoonlijk contact van de leerkracht met het voortgezet onderwijs besproken.

            Uitstroom
            De uitstroom van leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs vanaf 2024-2025: Tabel met scores.

            2.5.1 Landelijk doelgroepenmodel

            Het landelijk doelgroepenmodel helpt scholen voor speciaal basisonderwijs om beter zicht te krijgen op de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van hun leerlingen. In dit model worden leerlingen ingedeeld in verschillende profielen op basis van hun cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotioneel functioneren en leer- of gedragsproblematiek. Dit geeft inzicht in wat kinderen nodig hebben om goed tot leren en ontwikkeling te komen. Voor de Reestoeverschool betekent dit dat wij ons onderwijs en onze begeleiding nog gerichter kunnen afstemmen op de unieke mogelijkheden van elk kind.

            2.5.2 Ontwikkelingsperspectief

            Op de Reestoeverschool geloven we dat iedere leerling zich op zijn of haar eigen manier ontwikkelt. Om deze ontwikkeling goed te volgen en te ondersteunen, stellen we bij de start van de schoolloopbaan een Ontwikkelingsperspectief (OPP) op. In dit document staat beschreven waar de leerling staat bij aanvang, wat het verwachte eindniveau is bij uitstroom, en welke leerroute gevolgd zal worden om dat eindniveau te bereiken.

            Binnen de eerste zes weken na plaatsing brengen we via observaties, toetsen en testgegevens de beginsituatie van de leerling in kaart. Dit noemen we het instroomprofiel. Op basis hiervan kunnen we een realistische inschatting maken van de uitstroombestemming: het niveau waarop we verwachten dat de leerling de school zal verlaten.

            De route van instroom naar uitstroom leggen we vast in een leerroute. Deze leerroute bepaalt onder andere:

            -Het leerstofaanbod
            -De leertijd per leerling
            -Het pedagogisch en didactisch handelen van leerkrachten en begeleiders

            We houden hierbij altijd rekening met de eigenheid en specifieke behoeften van elke leerling. De leerroute wordt zo veel mogelijk afgestemd op wat de leerling nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen.

            Het OPP wordt niet eenmalig opgesteld, maar leeft gedurende de hele schoolloopbaan van de leerling. Ieder half jaar evalueren we de gestelde doelen binnen de leerroute en het OPP. Jaarlijks wordt het OPP samen met ouders besproken. Aanpassingen in het OPP kunnen slechts één keer per jaar worden gedaan, en alleen als ze goed zijn onderbouwd én goedgekeurd door zowel de ouders als de Commissie van Begeleiding (CvB).

            De CvB speelt een belangrijke rol in het proces: zij stelt voor elke leerling de uitstroombestemming vast en beoordeelt deze jaarlijks opnieuw. Bij het opstellen en evalueren van het OPP brengen we ook zorgvuldig in kaart welke factoren de ontwikkeling van de leerling bevorderen of juist belemmeren. Deze inzichten vertalen we direct naar het dagelijks handelen van onze onderwijsprofessionals.

            2.5.3 Uitstroombestemming

            Elk kind heeft talenten. Onze kinderen mogen in hun talenten van elkaar verschillen. Wat de één makkelijk vindt, kan voor de ander best wel eens heel moeilijk zijn. De nadruk ligt hier ook niet op wat niet lukt maar op wat wél lukt.

            Op het moment dat een leerling toegelaten wordt tot onze school stellen wij binnen 6 weken een ontwikkelingsperspectief op. In het ontwikkelingsperspectief stellen we de leerroutes vast. Deze leerroutes bepalen welk niveau een leerling aangeboden krijgt.

            We gaan met u in gesprek over het ontwikkelingsperspectief. Dit kan samenvallen met het startgesprek of het rapportgesprek. U krijgt informatie over het onderwijs en de zorg op school maar ook u kunt hele nuttige informatie geven over wat goed werkt voor uw kind.

            Het ontwikkelingsperspectief biedt handvatten waarmee onze leerkrachten hun onderwijs af kunnen stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. Het ontwikkelingsperspectief laat ook zien naar welk type vervolgonderwijs de school, samen met de leerling en de ouders, toewerkt.

            Leerroutes

            Elke leerling krijgt op zijn eigen niveau onderwijs aangeboden. Vanaf groep 5 wordt er een keuze gemaakt voor een bepaalde leerroute. Kinderen met dezelfde leerroute, worden organisatorisch geplaatst in dezelfde lesgroep. In de leerroute is een planning gemaakt van de verschillende leerdoelen die behaald moeten worden om uiteindelijk goed voorbereid de overstap te maken naar de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs.

            2.6  Kwaliteitsbewaking/- bevordering

            Op onze school wordt aan kwaliteitsbewaking en -bevordering op verschillende manieren vormgegeven:

            a. werken met het leerlingvolgsysteem
            b. werken met een kwaliteitsinstrument: ‘WMK’
            c. de aanbevelingen, die de inspectie naar aanleiding van een schoolbezoek aangeeft en (interne) audits, meenemen in het beleid van de school
            d. werken met een multidisciplinair team om de vraagstelling van kinderen binnen de school te kunnen beantwoorden.
            e. opstellen van een schooljaarplan en jaarlijks evalueren of de doelen bereikt zijn
            f. opstellen beleidsplan (schoolplan) voor 4 jaar met een jaarlijkse evaluatie, of de doelen wel bereikt zijn
            g. werken met werkgroepen - iedere werkgroep volgt de ontwikkelingen op zijn vakgebied en beoordeelt in hoeverre deze passend en bruikbaar zijn binnen onze doelen
            h. gebruik maken van onderwijskundige ondersteuning door externen

            Basisvaardigheden

            Als Reestoeverschool streven wij ernaar om elke leerling optimale kansen te bieden in zijn of haar ontwikkeling, met specifieke aandacht voor de basisvaardigheden: technisch lezen, rekenen, spelling en begrijpend lezen. Deze vaardigheden vormen de fundering voor verdere schoolontwikkeling en maatschappelijke participatie.

            Wij hanteren de volgende ambitie ten aanzien van het behalen van het streefniveau zoals vastgelegd in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP):

            • Technisch lezen: 80% van de leerlingen behaalt het streefniveau.
            • Rekenen: 60% van de leerlingen behaalt het streefniveau.
            • Spelling: 60% van de leerlingen behaalt het streefniveau.
            • Begrijpend lezen: 60% van de leerlingen behaalt het streefniveau                                           

            2.6.1 Handelingsgericht werken

            We werken op school handelingsgericht. Kort samengevat in onderstaande uitgangspunten:

            1. Doelgericht werken. Het team formuleert hele concrete doelen met betrekking tot leren, werkhouding en sociaal emotioneel functioneren. Het gaat hierbij zowel om korte als lange termijndoelen. Voor leerlingen is het goed om te weten wat ze gaan leren, hoever ze al zijn en wat ze nodig hebben om verder te kunnen.

            2. Onderwijsbehoeften van de leerlingen staan centraal.

            Niet: “Wat is er aan de hand met deze leerling?’ Maar: ”Wat heeft deze leerling nodig om een concreet leer- en/of gedragsdoel te halen?”

            3. Afstemming en wisselwerking tussen kind en zijn omgeving: de groep, de leerkracht, de school en de ouders. Een kind ontwikkelt zich in wisselwerking met de omgeving. Goed zicht op deze wisselwerking, samen met ouders dit in kaart brengen, observeren, helpt om beter te kunnen begrijpen wat goed werkt en wat niet. Vooral de vraag: ‘Wanneer lukt het wel?’ is belangrijk en biedt perspectief!

            4. De leerkracht en de ouders doen ertoe. Wat hebben zij nodig om goed onderwijs te bieden of om kinderen in de thuissituatie te ondersteunen? Op school hebben we specialisten die ondersteuning kunnen bieden. De intern begeleider is hierbij de coördinator.

            5. Positieve aspecten zijn van groot belang. Dit gaat om de positieve aspecten van het kind, maar ook van de leerkracht, de groep, de school en de ouders. Dit biedt mogelijkheden om problemen op te lossen.

            6. Constructieve samenwerking tussen school, leerlingen en ouders. De verantwoordelijkheid voor initiatief ligt bij de school. De school geeft de verwachtingen over de verantwoordelijkheid van ouders en school aan en er is een duidelijke begeleidingsstructuur op school.

            7. De werkwijze van school is systematisch en transparant. Er zijn duidelijke afspraken over wie wat doet en wanneer.

            Meerdere keren per jaar doorlopen we de zorgcyclus en sluiten we deze af met een groepsbespreking. Worden de gestelde doelen gehaald? Zijn er aanpassingen nodig in het leeraanbod? Kunnen we aan de onderwijsbehoeften tegemoet komen? Daarnaast bespreken we ook individuele leerlingen. Het ontwikkelingsperspectief staat tijdens deze bespreking centraal. De leerkracht, intern begeleider en de orthopedagoog zijn hierbij betrokken maar ook eventuele andere specialisten die betrokken zijn bij uw kind.

            Als het ontwikkelingsperspectief bijgesteld moet worden of als er andere acties nodig zijn, dan wordt dit met u besproken. Het doel is altijd: elke leerling de juiste zorg. 

            2.6.2 Edumaps

              Op de Reestoeverschool maken we gebruik van Edumaps, een digitaal hulpmiddel dat ons helpt om het onderwijs af te stemmen op de specifieke behoeften van ieder kind. Edumaps biedt inzicht in de ontwikkeling van leerlingen op verschillende gebieden, zoals leren, gedrag en welbevinden. Leerkrachten kunnen hiermee eenvoudig doelen stellen, vorderingen volgen en de juiste ondersteuning bieden.

              2.6.3 Resultaten/opbrengsten

              We worden gemonitord door de onderwijsinspectie. Onze school voldoet aan alle eisen.

              Samen groeien blijft ons motto. De belangrijkste zaken waar we dit schooljaar in investeren zijn:

              • Handelingsgericht werken en de zorgcyclus
              • Expliciete directe instructie
              • Reken- en spellingonderwijs
              • Samenwerking met de Mackayschool en de integratie van het OPDC

              2.6.4 Jaarverslag/schooljaarplan

              De school legt ieder jaar verantwoording af over het gevoerde beleid via het jaarverslag. De school stelt eveneens ieder jaar een plan op m.b.t. het te voeren beleid. Hieronder vindt u het meest recente schooljaarverslag en schooljaarplan.  Beide documenten zijn aan het begin van het schooljaar vastgesteld.

              2.6.5 Kwaliteitsbeleid Promes

                Bij Promes draait alles om goed onderwijs. Elke dag zetten alle medewerkers zich in om het beste uit leerlingen te halen, met een continue focus op kwaliteit. Om hierin eenduidigheid en samenhang te creëren, is een gezamenlijk kwaliteitsbeleid opgesteld waarin de visie op kwaliteit is vastgelegd. 

                In deze visie staan drie belangrijke vragen centraal: 

                • Doen we de juiste dingen? 
                • Doen we dat op de juiste manier? 
                • Ervaren anderen dat ook zo? 

                Om structureel zicht te houden op de kwaliteit van het onderwijs en hier actief aan te werken, worden diverse instrumenten ingezet. Per domein is in het kwaliteitsbeleid vastgelegd welke middelen worden gebruikt voor monitoring en verbetering. Het beleid biedt een richtinggevend kader voor alle scholen, waarbij de mogelijkheid bestaat op schoolniveau aanvullende instrumenten toe te passen.  

                Op deze manier wordt structureel gewerkt aan de verdere ontwikkeling en borging van onderwijskwaliteit. De schoolgids is een van de instrumenten waarin de school zich verantwoordt ten aanzien van de doorgemaakte kwaliteit door te reflecteren op de ontwikkeling ten aanzien van de gestelde doelen.

                2.6.6 Cito leerling in beeld

                  We gebruiken de vragenlijsten vanuit CITO Leerling in Beeld. De vragenlijst van de executieve functies en sociaal-emotionele vaardigheden worden ingevuld door de leerkracht van de groep. Het instrument geeft inzicht in het zelfbeeld, welbevinden en het sociale gedrag van leerlingen en bestaat uit de volgende onderdelen:

                  Leerlingenvragenlijst

                  Veilige leeromgeving*, sociaal zelfbeeld, cognitief zelfbeeld, schoolbeleving, gevoel van sociale veiligheid, pro-sociaal gedrag, aandacht voor pestgedrag en gedrag tijdens de les.

                  • Leerkrachtvragenlijst

                  Pro-sociaal gedrag, aanwezigheid pestgedrag, gedrag tijdens de les en zelfvertrouwen.

                  Een goede sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is binnen onze school een zeer belangrijke doelstelling. Als er op sociaal-emotioneel gebied problemen zijn bij een kind, heeft dit invloed op zijn totale ontwikkeling. Wij willen graag dat kinderen inzicht ontwikkelen en vaardigheden opdoen ten aanzien van het onderkennen van eigen gevoelens en die van anderen.

                  Aan deze aspecten wordt bijvoorbeeld aandacht besteed tijdens (kring)gesprekken, waar geleerd wordt naar elkaar te luisteren, een eigen mening te ontwikkelen en die van anderen te respecteren.

                  Het leren samenwerken en samenspelen vinden wij een belangrijke doelstelling. Wij creëren bewust situaties waarin kinderen rekening met elkaar moeten houden of kunnen ervaren hoe je plezierig met anderen kunt samenwerken.

                  Ook vinden wij het belangrijk dat kinderen leren omgaan met teleurstellingen en met hun eigen beperkingen. We willen kinderen leren, om ondanks vele negatieve ervaringen, niet de moed op te geven. Wij proberen de kinderen een behoorlijke mate van zelfvertrouwen mee te geven. De leerkrachten leren de kinderen oplossingen te zoeken en te laten ontdekken hoe bepaalde zaken in elkaar zitten. Tevens wordt de creativiteit bevorderd door kinderen te betrekken bij problemen die in de groep spelen en hen oplossingen te laten bedenken.

                  Ambitiedoelen 

                  Binnen Promes streven we resultaten na die passend zijn bij de schoolweging. De schoolweging wordt door de overheid bepaald op basis van de achtergrondkenmerken van ouders en geeft aan welke minimale resultaten de school volgens de onderwijsinspectie moet behalen op het 1F- en 1S/2F-niveau. 

                  Promes richt zich niet op deze minimumeisen, maar focust op hogere ambities. In plaats van uit te gaan van wat minimaal nodig is, wordt het landelijk gemiddelde van scholen met een vergelijkbare weging als uitgangspunt genomen. Dit stelt scholen in staat om uitdagende doelen te formuleren die leerkrachten motiveren en stimuleren om het beste uit de leerlingen te halen. 

                  Deze ambitieuze doelstellingen worden niet alleen op schoolniveau gesteld. Van scholen wordt verwacht dat ze de ambities doorvertalen naar concrete doelen per jaargroep. Vanaf groep 3 houden scholen nauwlettend in de gaten of leerlingen zich ontwikkelen in de richting van het 1S/2F-niveau. Scholen hebben hoge verwachtingen van alle leerlingen en zetten zich maximaal in om hen hierin te begeleiden. 

                  De onderwijsinspectie beoordeelt de schoolresultaten op basis van de gemiddelde eindresultaten van de afgelopen drie jaar. Deze resultaten zijn te vinden op de website scholen op de kaart School voor Speciaal Basisonderwijs Reestoever (Meppel) | Scholen op de kaart