Onderwijs

De inhoud van ons onderwijs

Wij streven naar een ononderbroken ontwikkelingsproces van het kind, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende ontwikkelingsfasen.

De inhoud, de werkwijze en de organisatie van ons onderwijs zijn gericht op een vloeiend verloop van een speelse ontwikkeling in de onderbouw naar een meer op kennis en vaardigheden gerichte aanpak in de bovenbouw.

Om de ontwikkeling van de leerlingen van de groepen 1 en 2 te begeleiden, zetten de leerkrachten van deze groepen sinds een aantal jaren te methode 'Onderbouwd' in.

Uitgangspunten voor de inhoud van het onderwijs aan de groepen 1 en 2

Om de schoolcarrière van ieder kind een kans van slagen te kunnen geven, moet het kind zich ten eerste veilig en plezierig voelen. Daarom willen we de kinderen in de aanvangsfase de mogelijkheid bieden om een “eigen plekje” in school te vinden, zowel in fysiek- als in sociaal opzicht. Een zekere rust, orde en regelmaat spelen hier in onze ogen een niet onbelangrijke rol.

In de kleuterbouw neemt de sociale- en emotionele ontwikkeling van het kind een centrale plaats in. De stimulering van de creativiteit, de fantasie en de spontaniteit dragen bij tot een positieve ontwikkeling. Het opdoen van (eigen) ervaringen, het ontdekkend leren, het leren omgaan met de ruimte en met materialen vormen de rode draad in de ontwikkeling van het kind bij de aanvang van het leerproces op school. De aansluiting op de persoonlijke belevings- en ervaringswereld van iedere kleuter is daarbij het centrale uitgangspunt. Vanuit het sociale- en het emotionele welbevinden van kinderen ontstaat een goede voedingsbodem voor andere ontwikkelingsgebieden zoals de zintuiglijke ontwikkeling (b.v. luisteren, zien, waarnemen, onderscheiden…enz.), de motorische ontwikkeling (b.v. bewegen, knippen, tekenen en schrijven) en de verstandelijke- of cognitieve ontwikkeling (het verwerven van kennis en vaardigheden).

Uitgangspunten voor het onderwijs aan de groepen 3 t/m 8

De school streeft ernaar om er bij alle leerlingen 'uit te halen wat erin zit'. Dat betekent dat we ook bij het aanbieden van de leerstof en bij de vorming van de kinderen zoveel mogelijk rekening houden met de behoeften en de mogelijkheden. De gebruikte onderwijsmethoden zijn daarbij middelen en dus geen op zichzelf staande doelen.

De zogenaamde basisstof is het uitgangspunt van alle lessen op onze school.

De basisstof is een mogelijke uitwerking van de door het ministerie van O, C & W voorgeschreven “Kerndoelen”. Als ouder mag u er van uitgaan dat wij alleen gebruik maken van lesmethodes die aan deze kerndoelen voldoen.

Toetsing

Om de ontwikkeling van de kinderen goed te kunnen volgen is regelmatige toetsing van kennis en vaardigheden van groot belang. Op onze school hanteren we twee soorten toetsen:

  • Methodetoetsen: Deze toetsen meten in hoeverre de leerling er in is geslaagd om zich een bepaalde hoeveelheid kennis en vaardigheden, die hem gedurende een relatief korte periode (3 tot 4 weken) is aangeboden, eigen te maken. Hierbij moet worden gedacht aan toetsen of proefwerken waarmee praktisch ieder lessenblok of hoofdstuk worden afgesloten.
  • methode-onafhankelijke toetsen: Bij deze toetsen wordt bepaald in welke mate de leerling er in is geslaagd om opgedane kennis en vaardigheden over een langere termijn (ongeveer 5 maanden) vast te houden. Hiervoor maken we bij ons op school gebruik van het door het u welbekende Cito ontwikkelde volgsysteem Leerling In Beeld' (LiB). Deze toetsen richten zich met name op de leervakken (lezen, taal, rekenen en wiskunde).

Drie instructie- c.q. verwerkingsniveaus

Bij de vakken technisch- en begrijpend lezen, spelling (Ned. Taal) en rekenen & wiskunde worden de leerlingen op basis van de resultaten op de CITO-LVS toetsen per genoemd vakgebied in een niveau geplaatst:

  • *-groep: Deze groep bestaat uit leerlingen die meer c.q. andere uitleg en/of instructie nodig hebben om zich de basisstof eigen te kunnen maken. Die aangepaste uitleg c.q. instructie krijgen deze leerlingen in principe van de eigen (groeps)leerkracht. Omdat deze leerlingen door een verlengde instructie minder werktijd zullen hebben, wordt de hoeveelheid verwerkingsleerstof aangepast. Zij maken veelal minder van hetzelfde.
  • **-groep: Deze groep bestaat uit leerlingen die een basisinstructie krijgen, waarna zij de standaard verwerkingsstof maken.
  • ***- groep: Leerlingen die deel uit maken van deze groep hebben behoefte aan werk dat qua inhoud uitdagender is en meer een beroep doet op hun inzichtelijke vermogens. Deze leerlingen gaan met een minimale instructie zo snel mogelijk aan het werk met de basisstof, die soms wordt geminimaliseerd, waarna hen uitdagender leerstof kan worden aangeboden. Leerlingen die op meerdere vakgebieden deel uitmaken van deze groep, zouden ‘meerbegaafd’ kunnen worden genoemd. Voor deze kinderen bestaat de mogelijkheid om in een zogenaamde “plusklas” te worden geplaatst. Deze klas komt een half dagdeel per week bij elkaar onder leiding van leerkracht Connie Bosma. Zij kan u hier desgewenst meer informatie over verstrekken.
Document Protocol Overgang

Overgaan, versneld overgaan, doubleren of verlengen

Soms kan het verstandiger zijn om de overgang van een leerling naar een volgende groep anders te regelen dan normaal het geval is. Normaal is dat een kind uit groep 3 na de zomervakantie naar groep 4 gaat, van groep 4 naar 5 enz. U kunt in het bijgaande document Protocol Overgang terugvinden welke uitgangspunten wij hiervoor hanteren. 

De plaatsingswijzer

Als het kind in groep 6 komt, worden de resultaten die het kind op de methode-onafhankelijke toetsen behaalt, overgezet in een zogenaamde 'plaatsingswijzer'. Gedurende het schooljaar zijn er twee toetsperiodes: één in de wintertijd (januari/februari) en één in het late voorjaar (mei/juni). Aan het eind van groep 7 heeft het kind per vak of domein (begrijpend lezen, rekenen en wiskunde, spelling en technisch lezen) dus 4 toetsresultaten behaald (van elk vak 2 in groep 6 en 2 in groep 7), voor zover hij of zij tenminste bij die afnames aanwezig was. De toetsen 'begrijpend lezen' en 'rekenen en wiskunde' tellen het zwaarst mee als het niveau van het voortgezet onderwijs moet worden vastgesteld. Aan het eind van groep 7 stellen de groepsleerkracht en de interne begeleider een 'voorlopig plaatsingsadvies' voor iedere leerling op. Dat advies bereikt de ouders nog voordat de kinderen van groep 7 met zomervakantie gaan. Het advies geeft ruwweg aan op welk niveau het kind tot op dat moment vanaf groep 6 heeft gepresteerd. Als het kind eenmaal in groep 8 is terechtgekomen, worden er ook andere factoren in het uit te brengen advies betrokken. Daarbij gaat het om zaken als de concentratie, de motivatie, het doorzettingsvermogen, de wilskracht, het creatieve vermogen, de sociale vaardigheden en het welbevinden. Ook belangrijk hoe de leerling in groep 8 thuis omgaat met de wekelijkse huiswerkopdrachten. Nadat de laatste CITO-toetsronde is geweest, voegt de leerkracht van groep 8 alle gegevens samen en wordt er een eindadvies opgesteld. Dit wordt in of rond februari met de ouders besproken, zodat de leerkracht hun opmerkingen ook nog in het definitief op te stellen eindadvies kan meenemen. Het definitieve advies van de groepsleerkracht is bindend en dat betekent dat de ontvangende school de stem van de groepsleerkracht van doorslaggevende betekenis zal beschouwen, als er verschil van mening tussen de groepsleerkracht en de ouders van de betreffende leerling blijkt te bestaan. De scholen voor voortgezet onderwijs moeten de aanmeldingen jaarlijks uiterlijk op 1 april hebben ontvangen.

Verplichte eindtoets

Wij waren een van de eerste scholen, die de Eindtoets in 1996 afschaften. Vaak was die eindtoets maar een momentopname, waar dan de hele toekomst van een kind aan werd opgehangen en dat vonden wij een kwalijke zaak. Maar helaas heeft het ministerie toch weer besloten om alle scholen te verplichten om mee te doen aan een afsluitende eindtoets. Deze toets (wij hebben hierbij gekozen voor de volledig digitaal te maken zg. ‘Route 8-toets’) wordt nu nog in het eind van april afgenomen en de uitslag volgt dan vrijwel direct na de meivakantie. Die uitslag moet het al eerder door de groepsleerkracht(en) uitgebrachte plaatsingsadvies eigenlijk bevestigen. In de meeste gevallen is dat inderdaad zo. Maar in sommige gevallen is die afwijkend. Nu is het nog zo, dat als die uitslag in positieve zin afwijkt van het plaatsingsadvies, het plaatsingsadvies in overleg met de leerling en met de ouders nog kan worden bijgesteld. Als het scoringsniveau op deze toets lager ligt dan het niveau waarop het oorspronkelijke advies is gebaseerd, wordt dat advies niet meer gewijzigd.  

Naast het hierboven beschreven doel heeft de eindtoets nog een ander doel en dat is dat wij (en ook de schoolinspectie en dus het ministerie) zo jaarlijks kunnen checken waar onze school (qua niveau) in relatie tot vergelijkbare scholen staat.

Doorstroomtoets

Vanaf het schooljaar 2023-2024 zullen de leerlingen uit groep 8, in februari,  een doorstroomtoets gaan maken (in plaats van de eindtoets in april).

In maart ontvangen leerlingen de uitslag van de doorstroomtoets. Krijgt de leerling een hoger toetsadvies dan het voorlopig schooladvies, dan geeft de school een hoger definitief schooladvies. Alleen als het in het belang van de leerling is, kan de school besluiten het advies niet te verhogen. Elk toetsadvies is een dubbel advies (bijv. vmbo-kbl/ vmbo-gl).

De leergebieden

Net als op andere Nederlandse basisscholen staan de traditionele leervakken Nederlandse taal, lezen, schrijven, Engels, aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeer (wordt afgesloten met een theoretisch- en praktisch fietsexamen in groep 7) en rekenen & wiskunde standaard op het lesprogramma.

En verder…

  • streven we ernaar om het onderdeel techniek een vaste plaats in het lesprogramma van de school te geven,
  • wordt binnen de wereldoriënterende vakken en bij het facultatieve godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs (groepen 7 en 8) aandacht besteed aan geestelijke stromingen en maatschappelijke verhoudingen,
  • krijgen alle kinderen structureel “Kanjertraining”. Door deze training leren de kinderen hun eigen gedrag, maar ook dat van hun klasgenoten, te herkennen. Ze leren onderscheid te maken in vier soorten gedrag, die worden gesymboliseerd door vier kleuren petjes: de blauwe pet (de pestvogel), de rode pet (het aapje), de gele pet (het zielige konijntje) en de witte pet (de tijger die weet hoe hij op een goede manier met anderen en met zichzelf om moet gaan).

Computer- of ICT-onderwijs

In alle groepen wordt in de dagelijkse praktijk gebruik gemaakt van computers. Vanaf groep 6 wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van chromebooks. We zijn constant bezig om ons op de hoogte te houden van geschikte software en deze desgewenst aan te schaffen.

Verder is ieder lokaal voorzien van een touchscreen, dat ook uitermate geschikt is voor ondersteuning van de lessen.

Rozemarijn Brinkman en Digna Prins hebben beiden de functie van ICT-coördinator én de verantwoording voor de inzet en het gebruik van de digitale leermiddelen.

Gebruik chromebooks; afspraken

Alle kinderen van de groepen 6, 7 en 8 hebben de beschikking over een chromebook, die bij verschillende vakken wordt ingezet. Er zijn ook chromebooks beschikbaar voor de kinderen van de groepen 3, 4 en 5, maar voor hen zijn de gebruiksmogelijkheden beperkter. Omdat deze apparaten het eigendom van school zijn, mogen ze niet worden meegenomen naar huis, tenzij dit gebeurt in overleg met de groepsleerkracht. Wij doen er alles aan om de chromebooks goed te kunnen laten functioneren en verwachten dat ook van onze leerlingen. Als een defect te wijten is aan onvoorzichtigheid en/of opzettelijke vernieling van de gebruiker, zal de school de ouders aansprakelijk stellen voor de te maken kosten van reparatie c.q. vervanging. Ook krijgen alle leerlingen die een chromebook gebruiken de beschikking over een eigen hoofdtelefoon. Ook daarvoor geldt dat de ouders aansprakelijk zullen worden gesteld voor de kosten van vervanging, als een hoofdtelefoon defect is geraakt door onvoorzichtigheid en/of door opzettelijke vernieling.

Creatieve vakken

Op het lesprogramma staan natuurlijk ook de vakken tekenen, handvaardigheid en muziek. Het moment waarop lessen in deze zogenaamde 'creatieve' vakken wordt gegeven is bij iedere groep verschillend, maar de meeste lessen in deze vakken worden ‘s middags gegeven. Voor de lessen in deze vakken geldt dat de kinderen een aantal verschillende technieken aangeboden krijgen, waarmee zij (later) in staat worden gesteld om hun creativiteit te kunnen uiten.


Bewegingsonderwijs

Lichamelijke opvoeding of gymnastiek

Het vak lichamelijke opvoeding bestaat op onze school voor de groepen 1 en 2 (kleuterbouw) uit bewegingsoefeningen, die in het speellokaal van de school plaatsvinden.

De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen twee maal per week gymnastiekles in sporthal De Eendracht. Van de kinderen wordt verwacht dat zij bij de gymnastieklessen gekleed zijn in gymkleding en dat ze dan gymschoenen dragen (blote voeten mag ook, maar sokken NIET)..

Daarbij willen wij adviseren om de kinderen tijdens de gymnastiekles geen dubbele bovenkleding te laten dragen (bij voorkeur alleen een T-shirt aan, hemd uit), omdat gebleken is dat kinderen het dan  snel benauwd krijgen en te veel transpieren.

Na afloop van de gymnastiekles douchen de kinderen van de groepen 5 t/m 8 zich kort om het tijdens de les opgebouwde zweet van zich af te spoelen. Kinderen die zich om bepaalde reden niet mogen douchen, worden daarvan vrijgesteld mits dit met opgaaf van reden bij de leerkracht vooraf bekend is gemaakt.  Kinderen die het laatste uur van de dag les hebben, hoeven niet te douchen als ze daarna weer gaan sporten bij een vereniging. 

Op vrijdag krijgen de kinderen van de groepen 3 t/m 8 les van Johan Pekel, die naast zijn functie van directeur bevoegd vakleerkracht gymnastiek is. In de weken dat de groepen deelnemen aan het schoolzwemmen vervalt 1 gymnastiekles.

Als kinderen sieraden (ringen, kettingen, armbanden, oorbellen en horloges) dragen, die tijdens bepaalde lessen niet af dan wel uit kunnen worden gedaan, terwijl het veiliger zou zijn als dat wel had gekund, zijn de kinderen (dus officieel 'de ouders') daar zelf verantwoordelijk voor. Dit betekent dat de school niet aansprakelijk kan worden gesteld als er letsel ontstaat, dat is veroorzaakt door het dragen van dergelijke voorwerpen.

De school en/of de stichting Promes is daar dan ook niet voor verzekerd.

GROEPDAGTIJD
3dinsdag12:30 - 13:30
vrijdag9:20 - 10:10
4woensdag9:20 - 10:10
vrijdag10:10 - 11:00
5dinsdag13:30 - 14:30
vrijdag11:00 - 12:00
6woensdag8:30 - 9:20
vrijdag8:30 - 9:20
7woensdag10:10 - 11:00
vrijdag12:30 - 13:30
8woensdag11:00 - 12:00
vrijdag13:30 - 14:30

Schoolzwemmen

Sinds een paar jaar krijgen de kinderen van de groepen 3, 4 en 5 gedurende een periode van 5 weken 1 keer per week schoolzwemmen in de vorm van 'Swim to Play' in Bad Hesselingen in Meppel. In die weken vervalt er 1 van de 2 wekelijkse gymnastieklessen voor de betreffende groepen. Zo gauw bekend is wanneer onze school daarvoor is ingeroosterd, zullen de ouders nader daar over worden geïnformeerd.

    De leerlingen worden met de bus naar Bad Hesselingen gebracht en gehaald. Daar zijn uiteraard kosten mee gemoeid. De oudervereniging heeft besloten om die kosten deels uit het 'schoolfonds' (die grotendeels wordt gevuld door de vrijwillige ouderbijdragen) te betalen. Om die reden ontkwam de oudervereniging en er niet aan om de vrijwillige bijdrage iets te verhogen.

    Meer informatie op de website van het dienstencentrum GVO en HVO - http://gvoenhvo.nl

    Vormingsonderwijs

    Naast de gebruikelijke schoolvakken kunnen de kinderen ook les krijgen in protestants- of in humanistisch vormingsonderwijs, dat door het ministerie wordt gefaciliteerd. Een landelijke stichting is verantwoordelijk voor de organisatie van deze vorm van onderwijs, die zich er met name op richt wat geloof en/of levensovertuiging voor een mens kan betekenen.

    De lessen in vormingsonderwijs worden bij ons op school wekelijks in lessen van 45 minuten aangeboden aan de kinderen van de groepen 7 en 8. Ze worden zo ingeroosterd, dat de leerlingen geen kernvakken als rekenen en taal hoeven te missen. Er zijn evenmin kosten aan het volgen van deze lessen verbonden, want de rijksoverheid heeft deze vorm van onderwijs bij wet geregeld en dus is zij ook verantwoordelijk voor de bekostiging ervan.

    Ieder jaar peilen we de behoefte aan dit soort lessen voor het daaropvolgende schooljaar. Die behoefte wordt vervolgens gemeld bij de landelijke organisatie-instelling, die vervolgens bepaalt hoeveel personeel wij hier voor mogen inzetten.

    Het volgen van lessen in vormingsonderwijs is overigens geen verplichting. In plaats daarvan kunnen de ouders ook aangeven dat hun kind(eren) geen van genoemde vormingsgebieden willen volgen. In dat geval krijgt het kind vervangende (werk)taken.

    Rapportage

    Onze school streeft ernaar om het maximale uit iedere leerling te halen. In dat opzicht is het van belang dat er snel kan worden gereageerd op plotselinge veranderingen in de ontwikkeling en in de vorderingen van de kinderen. Daarom vinden er verschillende rapportages plaats. Die rapportages vormen in principe de basis van het gesprek voor de spreekavonden. Elders in deze schoolwiki kunt u  lezen hoe deze spreekavonden op onze school worden georganiseerd, dus ook hoe u uzelf kunt aanmelden voor een gesprek met de groepsleerkracht(en) en/of met de Kwaliteitscoördinator.

    De kinderen krijgen 2 maal per schooljaar na afloop van de twee CITO-LVS toetsperiodes (halverwege en aan het eind van elk schooljaar) een rapport mee naar huis, waarin u kunt aflezen hoe uw kind zich ontwikkelt. In het rapport worden op de cognitieve vakken beoordelingen gegeven van de opgedane kennis op zowel de korte termijn (het gemiddelde cijfer van de methodetoetsen) als op de langere, halfjaarlijkse termijn (de resultaten van de CITO-LVS toetsen).

    Omgekeerde rapportage (tevredenheidsonderzoeken)

    De school rapporteert de leerlingen en hun ouders regelmatig over hun vorderingen. Omgekeerd  hecht de school ook grote waarde aan wat de leerlingen (uit de groepen 6, 7 en 8) en de ouders van de school vinden. Om die reden zetten we eens per twee jaar een tevredenheidsonderzoek uit onder zowel de leerlingen, de ouders als onder de medewerkers. De uitslagen daarvan worden meegenomen in de plannen, die de schoolleiding opstelt in het kader van de zogenaamde 'kwaliteitszorg'. De uitslagen en conclusies van deze onderzoeken worden telkens in de vorm van een eindverslag bekend gemaakt.

    Het Cito-leerlingvolgsysteem / Leerling in Beeld (LiB)

    Elke leerkracht is verantwoordelijk voor het volgen van de ontwikkeling van zijn/haar leerlingen. De cognitieve ontwikkeling wordt zichtbaar gemaakt door middel van ontwikkelingsgrafieken, die door het CITO (Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling) zijn ontwikkeld tot een zogenaamd 'Leerlingvolgsysteem' (LVS). Met behulp van dit systeem kan de groepsleerkracht de gemaakte vorderingen van zijn of haar de leerlingen regelmatig (meestal halfjaarlijks) checken, waarbij de toetsresultaten worden vergeleken met landelijke scores. Bovendien kunnen wij het niveau van onze school op die wijze constant vergelijken met de landelijke resultaten.

    Het Cito-leerlingvolgsysteem is voor het grootste deel geautomatiseerd. De ouders worden tijdens de spreekavonden en in het rapport door de groepsleerkracht op de hoogte gehouden van de toetsresultaten.

    De CITO-LVS toetsen vinden elk schooljaar plaats in twee periodes: de eerste in januari en de tweede in juni. De praktijk heeft geleerd dat het erg lastig als er in die periodes kinderen afwezig zijn. Als het enigszins mogelijk is, verzoeken wij de ouders om erop toe te zien hun kind juist in die maanden in elk geval ’s ochtends de lessen volgt.

    Verwijzingen naar het voortgezet onderwijs

    De enige gegevens die wij kunnen, willen en mogen verstrekken, is het aantal verwijzingen naar het speciaal (basis)onderwijs en de aantallen verwijzingen naar het voortgezet onderwijs na groep 8:

    • Het verwijzingspercentage van leerlingen die onze school vroegtijdig (voor groep 8) verlaat om het ontwikkelingsproces op een school voor speciaal (basis)onderwijs voort te zetten, schommelt rond 1 procent.

    • De uitstroom van de kinderen van groep 8 naar het voorgezet onderwijs laat het volgende beeld zien:

    **Niveau voortgezet onderwijs**2018-20192020-20202020-20212021-20222022-2023ToTAAL
    (in %)
    Praktijkonderwijs--

    1

    -

    -

    1 (1%)
    VMBO basis + LWOO

    -

    1

    2

    2

    -

    5 (4%)
    VMBO
    basisberoepsgerichte leerweg

    1

    -

    1

    1

    1

    4
    (4%)
    VMBO basis-/
    kaderberoepsgerichte leerweg

    1

    2

    -

    3

    -

    6
    (5%)
    VMBO
    kaderberoepsgerichte leerweg

    3

    1

    2

    2

    3

    11
    (10%)
    VMBO kaderberoepsgerichte-/
    theoretische leerweg

    6

    5

    -

    1

    1

    13 
    (12%)
    VMBO theoretische leerweg

    6

    2

    -

    4

    5

    17 (15%)
    VMBO
    theoretische leerweg/havo

    -

    1

    2

    2

    2

    7
    (6%)
    havo

    4

    2

    4

    7

    6

    23 (21%)
    havo/vwo

    1

    1

    3

    1

    -

    6 (5%)
    vwo

    2

    5

    3

    2

    7

    19 (17%)
    TOTALEN

    24

    20

    18

    25

    25

    112