Begeleiding

Interne begeleiding

De aansturing van alle ondersteuning gebeurt door de intern begeleider (IB’er). Die bespreekt met de stamgroepleiders de vorderingen van de kinderen, neemt indien nodig extra toetsen af en helpt de stamgroepleider (indien nodig) met de handelingsplannen. Ze houdt gesprekken met ouders en overlegt met externe instanties.

Hoe komen we kinderen met behoefte aan extra ondersteuning op het spoor? Door volgen, sturen en het hanteren van individuele leerlijnen door middel van:

  • signalering
  • toetsmomenten uit de gebruikte methodes in de groep.
  • signaleringstoetsen die door de stamgroepleiders in de loop van het schooljaar afgenomen worden op alle leer- en vormingsgebieden, maar ook op het sociaal emotioneel gebied (KIVa). De toetsen zijn genormeerd (CITO) en geven informatie over wat het kind , op welke leeftijd, in welke groep zou moeten beheersen.
  • observaties door de stamgroepleider
  • observaties door de intern begeleider in de groepen op verzoek van de stamgroepleider. De hulpvraag van de stamgroepleider staat dan centraal.
  • individuele gesprekken met kinderen. Dit kan plaats vinden met de stamgroepleider, de intern begeleider of ook met de schoolmaatschappelijk werkster (SMW), de schoolverpleegkundige (GGD), de logopediste of andere deskundigen.
  • oudergesprekken.

Als het om kinderen met behoefte aan extra ondersteuning gaat, is de intern begeleider zoveel mogelijk aanwezig bij oudergesprekken. Deze gesprekken vinden wij als school zeer waardevol.

Beeldcoaching

Beeldcoaching is een van de begeleidingsmethodieken die onze school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op kinderen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leerkracht te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom kinderenzorg, als bij vragen rondom onderwijs. In ons team is een beeldcoach die opgeleid is om deze ondersteuning aan leerkracht te bieden. Hij maakt in de groep opnames en bespreekt dit vervolgens met de leerkracht. Net als zo dat bij andere begeleidingsfunctionarissen het geval is, hanteert de beeldcoach een beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden die in de groep gemaakt worden, onder het beheer van de Beeldcoach en worden niet aan andere vertoond. De leerkracht staat steeds centraal bij de opnames. Het gaat om haar/hem en om hem/haar doen en laten. De Beeldcoach is er niet op uit kinderen te filmen maar meester of juf. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van een of meer kinderen, dan worden de ouders/verzorgers hiervan in kennis gesteld en om toestemming gevraagd.

Ondersteuningstraject

Opvallende kinderen komen in het ondersteuningstraject, zoals beschreven in het ondersteuningsplan. Deze leerlingen worden zowel intern, als extern uitgebreid besproken:

Intern

  • kindbespreking (stamgroepleider en IB’er) 2x per jaar
  • toets/groepsbespreking/analyses (stamgroepleider, IB’er en directie) 2x per jaar
  • binnen het ZAT ( zorgteam) (IB’er, directie, schoolverpleegkundige, SMW,) 6x per jaar.

Extern

  • Onderzoek door externe instanties.

Indien nodig wordt door de stamgroepleider i.s.m. de IB’er een handelingsplan opgesteld, waarmee de stamgroepleider in zijn groep aan de slag kan. Bij werken met speciale handelingsplannen hebben ouders en stamgroepleiders extra overleg dat steeds gericht moet zijn op afstemming en de vorderingen die het kind maakt.

Passend onderwijs

Obs de Woldstroom is een moderne Jenaplanschool. Jenaplan is leren dat berust op eigen ervaring en gezond verstand, leren dat je je hele leven niet vergeet. Leren in en door het werk. Leren dat kinderen en hun leraren raakt, dat motiveert en inspireert. Leren dat vertrekt vanuit het dagelijks leven van de kinderen. Leren voor en door het leven binnen en buiten de school, voor nu en later. Dit krijgt vorm in alle leergebieden: van burgerschapsvorming, rekenen / wiskunde, expressie tot techniek.

Informatie
Schoolondersteuningsprofiel 2018-2019

Vertrekpunt is het alledaagse leven van kinderen

Dit houdt in dat er niet alleen geleerd wordt uit boeken, maar ook door te doen! Het kind wordt meer betrokken bij het eigen leerproces. Er wordt gewerkt met projecten, waarbij de leerlingen geprikkeld worden zelf mee te denken over de inhoud van het project. Tijdens de projecten wordt er klassen doorbrekend gewerkt. Natuurlijk wordt er ook gewoon lezen, rekenen en taal gegeven. Binnen dit kader wordt er gewerkt met gedifferentieerde instructies. Binnen de school worden indien mogelijk ook kinderen met lichte problematiek, leerlingen met een Cluster 1, 2,3 en Cluster 4 indicatie opgevangen.

In het algemeen kunnen we op de meeste ondersteuningsvragen van de leerling een passend aanbod verstrekken. Met handelingsgerichte diagnostiek en handelingsgericht werken ( wat heeft de leerling in deze situatie nodig en hoe gaan we dat organiseren en arrangeren) wordt een vraag om ondersteuning vertaald in directe en haalbare handelingssuggesties. Zo mogelijk vallen deze handelingen binnen het groepsplan. Dit valt onder het basisaanbod van school. Waar nodig wordt een individueel handelingsplan opgesteld.

Onderwijskundig rapport

Bij de overstap van een kind naar een andere school stelt de stamgroepleider een onderwijskundig rapport (OKR) op ten behoeve van de ontvangende school. Voor kinderen met extra ondersteuningsbehoefte die aangemeld worden bij de ‘Commissie van Arrangeren’ dient de school een uitgebreid OKR aan te leveren. De intern begeleider maakt samen met de stamgroepleider dit rapport op. Het spreekt vanzelf dat de ouders bij dit hele traject betrokken zijn. Voor toelating tot een speciale basisschool (SBO) is een onderzoek door de Commissie van Arrangeren noodzakelijk. De CvA besluit uiteindelijk over een eventuele verwijzing. Voor verwijzing naar het speciaal onderwijs is een lang traject van onderzoeken nodig en moet er een speciaal onderwijskundig rapport aangemaakt worden. De school meldt het kind hiervoor aan. De school begeleidt hen tijdens dit traject.

Zittenblijven

Zittenblijven wordt zoveel mogelijk vermeden. Het gebeurt doorgaans alleen wanneer de leerresultaten en de ontwikkeling van een kind opvallend achterblijven bij die van de meeste klasgenoten of wanneer een kind door langdurige ziekte of familieomstandigheden sterk achterop is geraakt. Zittenblijven heeft alleen zin, wanneer de stamgroepleider en de IB’er ervan overtuigd zijn dat de leerling er gebaat bij is. De school beslist uiteindelijk over een doublure.

Kleuterverlenging

In de groepen 1/2 kennen wij het begrip zittenblijven niet. Hier spreken we meer van verlenging van de kleuterperiode. De kinderen gaan op verschillende momenten naar de basisschool, namelijk op de dag dat ze vier jaar geworden zijn. Het gevolg is dat het ene kind een langere periode in groep 1/2 zit dan de andere. En soms betekent dit dat de periode te kort is voor het kind om naar groep 3 te gaan. Dan besluiten wij om de kleuterperiode te verlengen. Natuurlijk gaan we bij zo’n besluit niet over één nacht ijs, daar wordt goed over nagedacht. De leerprestaties worden gevolgd, het kind wordt getoetst en besproken tijdens de kindbespreking. Het kan ook voorkomen dat de periode te lang is en dan kan het besluit vallen om het kind eerder naar groep 3 te laten gaan. Dit gebeurt echter nooit op verzoek van de ouders, maar alleen wanneer de stamgroepleider, in overleg met de intern begeleider, van mening is dat het kind op basis van toetsgegevens en ontwikkeling eraan toe is.

Hardnekkige problemen

Bij grote leer- of gedragsproblemen kan er van alles aan de hand zijn. In dergelijke gevallen besluiten we een onderzoek te laten doen door een deskundige van buiten de school. (Het samenwerkingsverband, Schoolbegeleidingsdienst, Educare etc.). Als de school uw kind wil laten onderzoeken, dan is daarvoor vooraf uw toestemming nodig. De meeste ouders zullen hiermee instemmen, aangezien een dergelijk onderzoek alleen gebeurt als er een serieuze aanleiding is. Sommige onderzoeken worden bekostigd door de ziektekostenverzekeraar van de ouders.

De stamgroepleiders van onze school zijn continu bezig met deskundigheidsbevordering d.m.v. een jaarlijks terugkerend cursusaanbod. Zo is er deskundigheid opgebouwd over dyslexie, speciale onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften, NT2 onderwijs, coaching, leiderschap, Jenaplan,
ontwikkelingsperspectief (OPP), rekenproblemen ( dyscalculie) en werken met groepsplannen en groepsoverzichten.

Naast de Intern Begeleider is er een gedragsspecialist, een schoolmaatschappelijk werkster, een ICT-coördinator en ambulante begeleiders cluster 1, 2, 3 en 4 op school. Als we constateren dat er binnen de school geen passende oplossing voor handen is zal een proces van extra ondersteuning en/ of arrangement uitgevoerd worden door bijvoorbeeld de ambulante dienst. Er wordt dan een beroep gedaan op het thuisnabije dekkend netwerk, een dekkend continuüm van zorg. Bij dat thuisnabije dekkend netwerk horen ook horizontale verwijzingen (wat op de ene basisschool niet lukt, kan op de andere basisschool wellicht wel), arrangementen en / of plaatsing op een s(b)o school. In ons netwerk is een Commissie van Arrangeren die verantwoordelijk is voor de te nemen besluiten.

Het ondersteuningsplan van de afdeling Meppel is te vinden op www.po2203.nl

Ondersteuning voor kinderen

In ons onderwijs is uiteraard veel aandacht voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit kan zijn omdat kinderen moeite hebben met de leerstof, dyslectisch zijn, sociaal-emotionele problemen hebben of veel sneller in hun ontwikkeling zijn. Wij streven naar onderwijs op maat. De stamgroepleider past zijn instructie aan de verschillende niveaus van de kinderen in de groep aan. Het didactisch handelen van de stamgroepleider wordt uitgewerkt in een werkplan, dat minstens twee keer per jaar wordt aangepast. Dit plan wordt 2x per jaar met de intern begeleider en de directie besproken. We steken hierbij in op het zoveel mogelijk ‘ gepersonaliseerd leren’ Voor meer informatie over de uitwerking van het ondersteuningssysteem binnen onze school verwijzen wij u naar het ondersteuningsplan. U kunt om een exemplaar vragen bij de stamgroepleider van uw kind.

Voor ons is en blijft het een uitdaging om onze leerlingen de optimale en adequate ondersteuning te bieden! De aandacht voor de leerlingenondersteuning wordt onder andere zichtbaar in:

  • gebruik van uitgebreid toetsmateriaal
  • contacten met de ouders
  • regelmatig bespreken van kinderen, zo nodig extra hulp bieden (in of buiten de groep)
  • zorgvuldige aanleg van kind-dossiers
  • gebruik instructietafel in de groepen
  • gebruik van remediërend materiaal uit de orthotheek
  • eigen leerlijnen